Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. frater:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for frater from Dutch to German

frater:

frater [de ~ (m)] nomen

  1. de frater (kloosterling; monnik; broeder)
    der Mönch; die Klosterleute; der Ordensbruder; der Klosterbruder; der Pfleger; der Geistliche
  2. de frater (broeder-onderwijzer)
    der Frater; der Mönch; der Ordensbruder; der Klosterbruder

Translation Matrix for frater:

NounRelated TranslationsOther Translations
Frater broeder-onderwijzer; frater broeder; broer; kloosterbroeder; lekenbroeder
Geistliche broeder; frater; kloosterling; monnik bedienaar van de godsdienst; broeder; broer; dominee; geestelijk herder; geestelijke; hoeder; pastoor; pastor; pater; predikant; prediker; priester; voorganger
Klosterbruder broeder; broeder-onderwijzer; frater; kloosterling; monnik bedienaar van de godsdienst; broeder; broer; geestelijke; kloosterbroeder; lekenbroeder
Klosterleute broeder; frater; kloosterling; monnik broeders; broers
Mönch broeder; broeder-onderwijzer; frater; kloosterling; monnik kloosterbroeder; lekenbroeder
Ordensbruder broeder; broeder-onderwijzer; frater; kloosterling; monnik kloosterbroeder; lekenbroeder; ordebroeder
Pfleger broeder; frater; kloosterling; monnik broeder; broer

Related Words for "frater":

  • fraters, fratertje, fratertjes

Wiktionary Translations for frater:

frater
noun
  1. Ornithologie: Vogelart, die in vegetationsarmen Küstengebieten (nicht in Deutschland) brütet

Cross Translation:
FromToVia
frater Berghänfling linotte à bec jaune — ornithol|nocat Espèce de petit oiseau passereau d'Eurasie, voisin des pinsons au bec jaune clair en période internuptiale, sinon gris, et dont le mâle a un croupion rosé.