Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gastarbeider:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gastarbeider from Dutch to German

gastarbeider:

gastarbeider [de ~ (m)] nomen

  1. de gastarbeider (buitenlandse werknemer)
    der Gastarbeiter; der Fremdarbeiter

Translation Matrix for gastarbeider:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fremdarbeiter buitenlandse werknemer; gastarbeider buitenlandse werknemer; werknemer in het buitenland
Gastarbeiter buitenlandse werknemer; gastarbeider buitenlandse werknemer; werknemer in het buitenland

Related Words for "gastarbeider":

  • gastarbeiders

Wiktionary Translations for gastarbeider:


Cross Translation:
FromToVia
gastarbeider Gastarbeiter; ausländischer Arbeitnehmer guest worker — guest worker