Verb | Related Translations | Other Translations |
entgegenkommen
|
|
concessies doen; dulden; duren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; naderen; permitteren; tegemoetkomen; toelaten; toenaderen; toestaan; toestemmen; vergunnen; welwillendheid tonen
|
zuvorkommen
|
|
afvangen; een bezwaar ondervangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen; voorkomen
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
attent
|
behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
|
aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
|
behilflich
|
behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
|
aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
|
bereitwillig
|
behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
|
aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; goedaardig; goedhartig; goedschiks; goedwillig; hulpvaardig; plezierig; tegemoetkomend; toeschietelijk; voorkomend; vriendelijk; welwillend; zachtaardig
|
dienstbar
|
dienstwillig; gedienstig; voorkomend
|
|
dienstbereit
|
behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
|
aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gewillig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; inschikkelijk; meegaand; plezierig; soepel; toegeeflijk; toegevend; voorkomend; vriendelijk; willig; zachtaardig
|
entgegenkommen
|
dienstwillig; gedienstig; voorkomend
|
ontmoet; tegemoetgekomen
|
entgegenkommend
|
behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
|
aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bereidwillig; buigzaam; coöperatief; flexibel; gedwee; gelijkmoedig; gewillig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; inschikkelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; kneedbaar; medewerkend; meegaand; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; rustig; sereen; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; voorkomend; vormbaar; vriendelijk; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig
|
folgsam
|
dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam
|
dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
|
gefällig
|
behulpzaam; bereidwillig; dienstwillig; gedienstig; inschikkelijk; voorkomend
|
aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; bereidwillig; bevallig; charmant; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gehoorzaam; geschikt; gewillig; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; inschikkelijk; knap; meegaand; mooi; plezierig; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; willig; zachtaardig
|
hilfsbereit
|
behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
|
aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
|
höflich
|
dienstwillig; gedienstig; voorkomend
|
attent; beschaafd; coöperatief; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; galant; geciviliseerd; gecultiveerd; hoffelijk; hoofs; manierlijk; medewerkend; netjes; ontwikkeld; op een aardige manier; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; welvoeglijk; welwillend; zedig
|
zuvorkommen
|
dienstwillig; gedienstig; voorkomend
|
|
zuvorkommend
|
behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
|
aanspreekbaar; benaderbaar; bereidwillig; coöperatief; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; genaakbaar; goedwillig; medewerkend; op een aardige manier; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; vriendelijk; welwillend; willig
|