Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. geldig zijn:


Dutch

Detailed Translations for geldig zijn from Dutch to German

geldig zijn:

geldig zijn verb (is geldig, was geldig, geldig geweest)

  1. geldig zijn
    gültlig; gelten
    • gültlig verb
    • gelten verb (gelte, giltst, gilt, galt, galtet, gegolten)

Conjugations for geldig zijn:

o.t.t.
  1. is geldig
  2. zijn geldig
o.v.t.
  1. was geldig
  2. waren geldig
v.t.t.
  1. is geldig geweest
  2. zijn geldig geweest
v.v.t.
  1. was geldig geweest
  2. waren geldig geweest
o.t.t.t.
  1. zal geldig zijn
  2. zullen geldig zijn
o.v.t.t.
  1. zou geldig zijn
  2. zouden geldig zijn
diversen
  1. geldig geweest
  2. geldig zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for geldig zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
gelten geldig zijn gelden; valideren; van kracht zijn
gültlig geldig zijn

Related Translations for geldig zijn