Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. geloofwaardigheid:
  2. geloofwaardig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geloofwaardigheid from Dutch to German

geloofwaardigheid:

geloofwaardigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de geloofwaardigheid (betrouwbaarheid)
    die Glaubwürdigkeit; die Plausibilität; die Glaubhaftigkeit

Translation Matrix for geloofwaardigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Glaubhaftigkeit betrouwbaarheid; geloofwaardigheid aannemelijkheid; plausibiliteit; waarschijnlijkheid
Glaubwürdigkeit betrouwbaarheid; geloofwaardigheid aannemelijkheid; plausibiliteit; waarschijnlijkheid
Plausibilität betrouwbaarheid; geloofwaardigheid aannemelijkheid; plausibiliteit; waarschijnlijkheid

Related Words for "geloofwaardigheid":


Wiktionary Translations for geloofwaardigheid:

geloofwaardigheid
noun
  1. de mate waarin iets of iemand verdient geloofd te worden
geloofwaardigheid
noun
  1. Glaubwürdigsein; glaubwürdige Eigenschaft

geloofwaardigheid form of geloofwaardig:


Translation Matrix for geloofwaardig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
überzeugend aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk afdoend; fascinerend; klemmend; overtuigend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
akzeptabel aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk aanvaardbaar
glaubhaft aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk bekend; vertrouwd
glaubwürdig aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk bekend; vertrouwd
plausibel aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend

Related Words for "geloofwaardig":


Wiktionary Translations for geloofwaardig:

geloofwaardig
adjective
  1. von Personen oder Berichten: so, dass man ihm glauben kann

Cross Translation:
FromToVia
geloofwaardig glaubwürdig credible — authentic or convincing