Summary
Dutch to German: more detail...
- nieten:
- genieten:
-
Wiktionary:
- genieten → genießen
- genieten → genießen, bekommen, empfangen, erhalten, annehmen, akzeptieren, entgegennehmen, im Empfang nehmen, aufnehmen, auf sich nehmen, sich gefallen lassen, hinnehmen, eingehen auf, einwilligen in
Dutch
Detailed Translations for geniet from Dutch to German
geniet form of nieten:
-
nieten (vastnieten; aanhechten)
Conjugations for nieten:
o.t.t.
- niet
- niet
- niet
- nieten
- nieten
- nieten
o.v.t.
- niette
- niette
- niette
- nietten
- nietten
- nietten
v.t.t.
- heb geniet
- hebt geniet
- heeft geniet
- hebben geniet
- hebben geniet
- hebben geniet
v.v.t.
- had geniet
- had geniet
- had geniet
- hadden geniet
- hadden geniet
- hadden geniet
o.t.t.t.
- zal nieten
- zult nieten
- zal nieten
- zullen nieten
- zullen nieten
- zullen nieten
o.v.t.t.
- zou nieten
- zou nieten
- zou nieten
- zouden nieten
- zouden nieten
- zouden nieten
en verder
- is geniet
- zijn geniet
diversen
- niet!
- niet!
- geniet
- nietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
nieten
Translation Matrix for nieten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
festheften | aanhechten; nieten; vastnieten | aanhechten; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; lijmen; opplakken; pinnen; spelden; vasthechten; vastlijmen; vastmaken; vastpinnen; vastplakken; vastprikken; vastspelden; vastzetten |
heften | aanhechten; nieten; vastnieten | aan elkaar kleven; aaneenplakken; aanhechten; aanleggen; aanmeren; afmeren; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; klitten; lijmen; meren; opplakken; opprikken; plakken; vastbinden; vasthechten; vastleggen; vastlijmen; vastmaken; vastmeren; vastnaaien; vastplakken; vastzetten; verbinden; verzekeren |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Rückendrahtheftung | nieten |
Related Words for "nieten":
genieten:
-
genieten (genot hebben van; amuseren)
– er plezier aan beleven 1
Conjugations for genieten:
o.t.t.
- geniet
- geniet
- geniet
- genieten
- genieten
- genieten
o.v.t.
- genoot
- genoot
- genoot
- genoten
- genoten
- genoten
v.t.t.
- heb genoten
- hebt genoten
- heeft genoten
- hebben genoten
- hebben genoten
- hebben genoten
v.v.t.
- had genoten
- had genoten
- had genoten
- hadden genoten
- hadden genoten
- hadden genoten
o.t.t.t.
- zal genieten
- zult genieten
- zal genieten
- zullen genieten
- zullen genieten
- zullen genieten
o.v.t.t.
- zou genieten
- zou genieten
- zou genieten
- zouden genieten
- zouden genieten
- zouden genieten
diversen
- geniet!
- geniet!
- genoten
- genietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for genieten:
Antonyms for "genieten":
Related Definitions for "genieten":
Wiktionary Translations for genieten:
genieten
Cross Translation:
verb
genieten
-
voordeel hebben van iets
- genieten → genießen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• genieten | → bekommen; empfangen; erhalten; annehmen; akzeptieren; entgegennehmen; im Empfang nehmen; aufnehmen; auf sich nehmen; sich gefallen lassen; hinnehmen; eingehen auf; einwilligen in | ↔ recevoir — accepter, prendre ce qui donner, ce qui présenter, ce qui offrir sans qu’il devoir. |
External Machine Translations: