Dutch
Detailed Translations for geoorloofd zijn from Dutch to German
geoorloofd zijn:
geoorloofd zijn verb (ben geoorloofd, bent geoorloofd, is geoorloofd, was geoorloofd, waren geoorloofd, geoorloofd geweest)
-
geoorloofd zijn (vrij staan)
Conjugations for geoorloofd zijn:
o.t.t.
- ben geoorloofd
- bent geoorloofd
- is geoorloofd
- zijn geoorloofd
- zijn geoorloofd
- zijn geoorloofd
o.v.t.
- was geoorloofd
- was geoorloofd
- was geoorloofd
- waren geoorloofd
- waren geoorloofd
- waren geoorloofd
v.t.t.
- ben geoorloofd geweest
- bent geoorloofd geweest
- is geoorloofd geweest
- zijn geoorloofd geweest
- zijn geoorloofd geweest
- zijn geoorloofd geweest
v.v.t.
- was geoorloofd geweest
- was geoorloofd geweest
- was geoorloofd geweest
- waren geoorloofd geweest
- waren geoorloofd geweest
- waren geoorloofd geweest
o.t.t.t.
- zal geoorloofd zijn
- zult geoorloofd zijn
- zal geoorloofd zijn
- zullen geoorloofd zijn
- zullen geoorloofd zijn
- zullen geoorloofd zijn
o.v.t.t.
- zou geoorloofd zijn
- zou geoorloofd zijn
- zou geoorloofd zijn
- zouden geoorloofd zijn
- zouden geoorloofd zijn
- zouden geoorloofd zijn
diversen
- ben geoorloofd!
- geoorloofd geweest
- geoorloofd zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for geoorloofd zijn:
Verb | Related Translations | Other Translations |
freistehen | geoorloofd zijn; vrij staan | los staan; vrij staan |
geurlaubt sein | geoorloofd zijn; vrij staan |