Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gevolg geven aan:


Dutch

Detailed Translations for gevolg geven aan from Dutch to German

gevolg geven aan:

gevolg geven aan [znw.] nomen

  1. gevolg geven aan (gevolg; gehoor)
    die Folge; Ausführen

gevolg geven aan verb (geef gevolg aan, geeft gevolg aan, gaf gevolg aan, gaven gevolg aan, gevolg gegeven aan)

  1. gevolg geven aan (gehoorzamen)
    gehorchen; befolgen; folgen; nachkommen; nachfolgen
    • gehorchen verb (gehorche, gehorchst, gehorcht, gehorchte, gehorchtet, gehorcht)
    • befolgen verb (befolge, befolgst, befolgt, befolgte, befolgtet, befolgt)
    • folgen verb (folge, folgst, folgt, folgte, folgtet, gefolgt)
    • nachkommen verb (komme nach, kommst nach, kommt nach, kam nach, kamt nach, nachgekommen)
    • nachfolgen verb (folge nach, folgst nach, folgt nach, folgte nach, folgtet nach, nachgefolgt)

Conjugations for gevolg geven aan:

o.t.t.
  1. geef gevolg aan
  2. geeft gevolg aan
  3. geeft gevolg aan
  4. geven gevolg aan
  5. geven gevolg aan
  6. geven gevolg aan
o.v.t.
  1. gaf gevolg aan
  2. gaf gevolg aan
  3. gaf gevolg aan
  4. gaven gevolg aan
  5. gaven gevolg aan
  6. gaven gevolg aan
v.t.t.
  1. heb gevolg gegeven aan
  2. hebt gevolg gegeven aan
  3. heeft gevolg gegeven aan
  4. hebben gevolg gegeven aan
  5. hebben gevolg gegeven aan
  6. hebben gevolg gegeven aan
v.v.t.
  1. had gevolg gegeven aan
  2. had gevolg gegeven aan
  3. had gevolg gegeven aan
  4. hadden gevolg gegeven aan
  5. hadden gevolg gegeven aan
  6. hadden gevolg gegeven aan
o.t.t.t.
  1. zal gevolg geven aan
  2. zult gevolg geven aan
  3. zal gevolg geven aan
  4. zullen gevolg geven aan
  5. zullen gevolg geven aan
  6. zullen gevolg geven aan
o.v.t.t.
  1. zou gevolg geven aan
  2. zou gevolg geven aan
  3. zou gevolg geven aan
  4. zouden gevolg geven aan
  5. zouden gevolg geven aan
  6. zouden gevolg geven aan
diversen
  1. geef gevolg aan!
  2. geeft gevolg aan!
  3. gevolg gegeven aan
  4. gevolg gevend aan
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gevolg geven aan:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausführen gehoor; gevolg; gevolg geven aan
Folge gehoor; gevolg; gevolg geven aan aaneenschakeling; aflevering; consequentie; cyclus; editie; episode; gevolg; hofhouding; keten; opvolging; reeks; rij; sequens; sequentie; serie; successie; uitgave; uitvloeisel; voortvloeisel
VerbRelated TranslationsOther Translations
befolgen gehoorzamen; gevolg geven aan gehoorzamen; luisteren; naleven
folgen gehoorzamen; gevolg geven aan achternazitten; achtervolgen; bewaarheid worden; blijken; gehoorzamen; komen na; luisteren; navolgen; nazitten; opvolgen; resulteren; uitkomen; uitkomen bij; uitvloeien in; volgen
gehorchen gehoorzamen; gevolg geven aan gehoor geven; gehoorzamen; luisteren
nachfolgen gehoorzamen; gevolg geven aan achternagaan; achternalopen; gehoorzamen; komen na; later komen; luisteren; nalopen; navolgen; opvolgen; volgen
nachkommen gehoorzamen; gevolg geven aan achteraankomen; achternagaan; achternalopen; gehoorzamen; later komen; luisteren; nakomen; nalopen; navolgen; opvolgen; volgen

External Machine Translations:

Related Translations for gevolg geven aan