Dutch

Detailed Translations for gewettigd from Dutch to German

gewettigd:


Translation Matrix for gewettigd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
auf stichhaltiger Basis beruhend gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend
befugt gerechtigd; gewettigd bevoegd; geautoriseerd
gesetzlich billijk; gerechtigd; gewettigd; legaal; legitiem; rechtmatig; rechtsgeldig; rechtvaardig; wetmatig; wettelijk; wettig aannemelijk; gegrond; geldig; juridisch; valabel; valide
gesetzmäßig billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig gegrond; geldig; valide
legal gewettigd; legaal; legitiem; rechtsgeldig; wettelijk; wettig
legitim gerechtigd; gewettigd legitiem
rechtmäßig billijk; gerechtigd; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig billijk; gegrond; geldig; gerechtvaardigd; rechtmatig; valide
stichhaltig gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend aannemelijk; degelijk; doordacht; gefundeerd; gegrond; geldig; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; valide

Wiktionary Translations for gewettigd:


Cross Translation:
FromToVia
gewettigd rechtmäßig légitime — droit|fr Qui a les conditions, les qualités requérir par la loi.

wettigen:

wettigen verb (wettig, wettigt, wettigde, wettigden, gewettigd)

  1. wettigen (rechtvaardigen)
    rechtfertigen; verantworten
    • rechtfertigen verb (rechtfertige, rechtfertigst, rechtfertigt, rechtfertigte, rechtfertigtet, gerechtfertigt)
    • verantworten verb (verantworte, verantwortest, verantwortet, verantwortete, verantwortetet, verantwortet)

Conjugations for wettigen:

o.t.t.
  1. wettig
  2. wettigt
  3. wettigt
  4. wettigen
  5. wettigen
  6. wettigen
o.v.t.
  1. wettigde
  2. wettigde
  3. wettigde
  4. wettigden
  5. wettigden
  6. wettigden
v.t.t.
  1. heb gewettigd
  2. hebt gewettigd
  3. heeft gewettigd
  4. hebben gewettigd
  5. hebben gewettigd
  6. hebben gewettigd
v.v.t.
  1. had gewettigd
  2. had gewettigd
  3. had gewettigd
  4. hadden gewettigd
  5. hadden gewettigd
  6. hadden gewettigd
o.t.t.t.
  1. zal wettigen
  2. zult wettigen
  3. zal wettigen
  4. zullen wettigen
  5. zullen wettigen
  6. zullen wettigen
o.v.t.t.
  1. zou wettigen
  2. zou wettigen
  3. zou wettigen
  4. zouden wettigen
  5. zouden wettigen
  6. zouden wettigen
diversen
  1. wettig!
  2. wettigt!
  3. gewettigd
  4. wettigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wettigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rechtfertigen rechtvaardigen; wettigen goedpraten; rechtpraten; verantwoorden
verantworten rechtvaardigen; wettigen aansprakelijk zijn; aansprakelijk zijn voor; goedpraten; rechtpraten; verantwoordelijkheid dragen; verantwoorden

Synonyms for "wettigen":


Related Definitions for "wettigen":

  1. laten zien dat het juist is1
    • dat wettigt zijn woede1