Dutch

Detailed Translations for gewilligheid from Dutch to German

gewilligheid:

gewilligheid [de ~ (v)] nomen

  1. de gewilligheid
    die Bereitschaft; die Willigkeit; die Bereitwilligkeit

Translation Matrix for gewilligheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bereitschaft gewilligheid bereidheid; bereidwilligheid; gereedheid; paraatheid
Bereitwilligkeit gewilligheid bereidheid; bereidwilligheid; gereedheid; paraatheid
Willigkeit gewilligheid

Related Words for "gewilligheid":


gewilligheid form of gewillig:


Translation Matrix for gewillig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
bequem gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; gemakzuchtig; geriefelijk; gerieflijk
bereit bereidvaardig; gewillig af; afgedaan; afgelopen; bereid; doorgekookt; gaar; gedaan; genegen; gereed; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij
dienstbereit gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; inschikkelijk; plezierig; voorkomend; vriendelijk; willig; zachtaardig
dienstfertig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; willig; zachtaardig
einsatzbereit bereidvaardig; gewillig af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; operationeel; over; paraat; uit; voltooid; voorbij
entgegenkommend gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bereidwillig; buigzaam; coöperatief; flexibel; gedienstig; gelijkmoedig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; inschikkelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; kneedbaar; medewerkend; meegaand; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; rustig; sereen; soepel; tegemoetkomend; toeschietelijk; voorkomend; vormbaar; vriendelijk; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig
folgsam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; meegaand; onderworpen; slaafs; tam; volgzaam; willig
fügsam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigzaam; dienstbaar; dienstwillig; flexibel; geduldig; gedwee; gehoorzaam; kalm afwachtend; kneedbaar; meegaand; onderworpen; soepel; volgzaam; vormbaar; willig
gefällig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; bereidwillig; bevallig; charmant; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gehoorzaam; geschikt; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; inschikkelijk; knap; mooi; plezierig; tegemoetkomend; toeschietelijk; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; willig; zachtaardig
gefügig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigzaam; flexibel; gedwee; gehoorzaam; gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar; in een handomdraai; kneedbaar; licht; lichtwegend; meegaand; moeiteloos; onderworpen; soepel; tam; vanzelf; volgzaam; vormbaar; zonder moeite
gehorsam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend bijkomstig; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gehoorzaam; inferieur; meegaand; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; tam; volgzaam; willig
geneigt bereidvaardig; gewillig gebogen; genegen; gezind; van plan; van zins; voorovergebogen
klar bereidvaardig; gewillig aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; direct; doorgrond; doorzien; duidelijk; eenduidig; flagrant; gekookt; gereed; geëindigd; helder; herkenbaar; klaar; klare; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; op heterdaad; over; overduidelijk; paraat; recht door zee; regelrecht; uit; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; zo klaar als een klontje; zonneklaar
leicht zu bearbeiten gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar
nachgiebig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigbaar; flexibel; kneedbaar; soepel; vormbaar
parat bereidvaardig; gewillig af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij

Related Words for "gewillig":


Wiktionary Translations for gewillig:


Cross Translation:
FromToVia
gewillig bereitwillig readily — showing readiness
gewillig folgsam; fügsam; gefügig; gehorsam; zahm obéissant — Qui obéir.