Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gezagvoerders:
  2. gezagvoerder:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gezagvoerders from Dutch to German

gezagvoerders:

gezagvoerders [de ~] nomen, plural

  1. de gezagvoerders
    die Chefs

Translation Matrix for gezagvoerders:

NounRelated TranslationsOther Translations
Chefs gezagvoerders bazen; chefs; hoofdmannen; leiders; leidsmannen; opperhoofden; patroons

Related Words for "gezagvoerders":


gezagvoerders form of gezagvoerder:

gezagvoerder [de ~ (m)] nomen

  1. de gezagvoerder (commandant)
    der Kapitän; der Schiffskapitän; der Flugkapitän
  2. de gezagvoerder (vliegtuigkapitein; captain)
    der Flugzeugkapitän; der Pilot

Translation Matrix for gezagvoerder:

NounRelated TranslationsOther Translations
Flugkapitän commandant; gezagvoerder piloot; vliegenier; vlieger
Flugzeugkapitän captain; gezagvoerder; vliegtuigkapitein
Kapitän commandant; gezagvoerder aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein; scheepskapitein; schipper
Pilot captain; gezagvoerder; vliegtuigkapitein piloot; testfase; vliegenier; vlieger
Schiffskapitän commandant; gezagvoerder aanvoerder; bevelhebber; commandant; kapitein; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; vlootschipper

Related Words for "gezagvoerder":


Wiktionary Translations for gezagvoerder:


Cross Translation:
FromToVia
gezagvoerder Hauptmann; Kapitän capitaine — Celui ou celle qui commande un navire