Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. goedgeefsheid:
  2. goedgeefs:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for goedgeefsheid from Dutch to German

goedgeefsheid:

goedgeefsheid [de ~ (v)] nomen

  1. de goedgeefsheid (royaliteit; vrijgevigheid; ruimhartigheid; gulheid; scheutigheid)
    die Großzügigkeit; die Freigebigkeit
  2. de goedgeefsheid (mildheid)
    die Großzügigkeit

Translation Matrix for goedgeefsheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Freigebigkeit goedgeefsheid; gulheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; welwillendheid
Großzügigkeit goedgeefsheid; gulheid; mildheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid breedheid; breedte; grootschaligheid; mildadigheid

Related Words for "goedgeefsheid":


Wiktionary Translations for goedgeefsheid:


Cross Translation:
FromToVia
goedgeefsheid Freigebigkeit; Großzügigkeit munificence — the quality of being munificent; generosity

goedgeefsheid form of goedgeefs:


Translation Matrix for goedgeefs:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
offen genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig benaderbaar; contemplatief; cru; eerlijk; frank; genaakbaar; ledig; leeg; niet beschroomd; niet dicht; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; onbewoond; onbezet; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk; stoutmoedig; toegankelijk; vrijmoedig; vrijpostig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
freigebig genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig edel; edelmoedig; genereus; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; grootmoedig; groots; gul; kwistig; mild; nobel; royaal; ruimhartig; spilziek; verkwistend; vrijgevig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
freizügig genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig edel; edelmoedig; genereus; grootmoedig; groots; gul; kwistig; mild; nobel; onbevangen; royaal; ruimhartig; spilziek; verkwistend; vrijgevig
generös genereus; goedgeefs; gul; royaal; scheutig; vrijgevig edelmoedig; genereus; gul; mild; royaal; ruimhartig; vrijgevig
großzügig genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig ampel; breedvoerig; edel; edelmoedig; fier; flink; genereus; glorieus; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; grootmoedig; groots; gul; in details; kwistig; liberaal; mild; nobel; omstandig; prat; prinsheerlijk; royaal; ruimdenkend; ruimhartig; spilziek; trots; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; verkwistend; vrijgevig; vrijzinnig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
herzlich genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig aangenaam; aardig; amicaal; attent; barmhartig; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; cru; diep; gelijkmoedig; genaderijk; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; innig; intens; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; leuk; lief; minnelijk; onbewogen; onomwonden; onverbloemd; onverholen; op een aardige manier; openlijk; plezierig; prettig; rechttoe rechtaan; rustig; sereen; sympathiek; van harte; vergevend; voorkomend; vriendelijk; vriendschappelijk; welgemeend; zachtaardig
jovial genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig amicaal; bedaard; clement; edel; edelmoedig; gelijkmoedig; gemoedelijk; genereus; goedhartig; grootmoedig; groots; gul; joviaal; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; mak; mild; nobel; onbewogen; royaal; ruimhartig; rustig; sereen; vriendschappelijk; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig
mild genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig clement; edel; edelmoedig; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; grootmoedig; groots; mak; mild; nobel; onbekrompen; welwillend; zacht; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
verschwenderisch genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig kwistig; spilziek; verkwistend
weitherzig genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig barmhartig; edelmoedig; genaderijk; genereus; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; gul; mild; royaal; ruimhartig; vergevend; vrijgevig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig

Related Words for "goedgeefs":


Wiktionary Translations for goedgeefs:


Cross Translation:
FromToVia
goedgeefs freigebig munificent — (of a person or group) very liberal in giving or bestowing