Dutch

Detailed Translations for grapje from Dutch to German

grapje:

grapje [het ~] nomen

  1. het grapje (geintje; scherts; lolletje; )
    der Scherz; der Witz; Späßchen; der Spaß; die Keckheit; der Streich; der Ulk

Translation Matrix for grapje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Keckheit aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts blijheid; blijmoedigheid; jolijt; jool; keet; lol; opgewektheid; plezier; pretmakerij; vrolijkheid
Scherz aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts bak; canard; gein; grap; grol; jolijt; keet; kwinkslag; leut; lol; mop; plezier; poets; pret; scherts; streek
Spaß aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts bak; blijheid; blijmoedigheid; geestigheid; gein; genoegen; genot; grap; humor; joligheid; jolijt; jool; keet; leukheid; leut; lol; lust; mop; opgewektheid; plezier; poets; pret; streek; vreugde; vrolijkheid
Späßchen aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts gein; lol; plezier; poets; streek
Streich aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts poets; streek
Ulk aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; poets; pret; streek
Witz aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts

Related Words for "grapje":


grap:

grap [de ~] nomen

  1. de grap (bak; mop)
    der Scherz; der Spaß
  2. de grap (kwinkslag; canard; grol; scherts)
    die Spaßmacherei; der Scherz; Scherzen
  3. de grap (uiting van vrolijkheid; gein; aardigheid)
    der Humor; der äusserung von Fröhlichkeit

Translation Matrix for grap:

NounRelated TranslationsOther Translations
Humor aardigheid; gein; grap; uiting van vrolijkheid Humour; geestigheid; humor
Scherz bak; canard; grap; grol; kwinkslag; mop; scherts aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; plezier; poets; pret; pretje; scherts; streek
Scherzen canard; grap; grol; kwinkslag; scherts grappenmakerij
Spaß bak; grap; mop aardigheid; blijheid; blijmoedigheid; geestigheid; gein; geintje; gekheid; genoegen; genot; grapje; humor; joligheid; jolijt; jool; keet; leukheid; leut; lol; lolletje; lust; opgewektheid; plezier; poets; pret; pretje; scherts; streek; vreugde; vrolijkheid
Spaßmacherei canard; grap; grol; kwinkslag; scherts grappenmakerij; grappigheid; kluchtigheid; koddigheid; snaaksheid; vermakelijkheid
äusserung von Fröhlichkeit aardigheid; gein; grap; uiting van vrolijkheid
- ui

Related Words for "grap":


Synonyms for "grap":


Related Definitions for "grap":

  1. wat je vertelt of doet om iemand te laten lachen1
    • hij vertelde een goeie grap1

Wiktionary Translations for grap:

grap
noun
  1. verhaal dat of handeling die erop gericht is om de lachlust op te wekken
grap
noun
  1. eine kleine Geschichte oder Ähnliches, das zum lachen anregen soll

Cross Translation:
FromToVia
grap Witz joke — amusing story
grap Streich; Scherz joke — something said or done for amusement
grap Witz joke — worthless thing or person
grap Streich; Schabernack prank — practical joke or mischievous trick
grap Jux; Scherz; Spaß badinageaction ou propos léger, qui ne prête pas à conséquences.