Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. grappenmakers:
  2. grappenmaker:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for grappenmakers from Dutch to German

grappenmakers:

grappenmakers [de ~] nomen, plural

  1. de grappenmakers (komieken; komedianten; paljassen)
    die Komedianten; die Schalke; die Spaßvögel

Translation Matrix for grappenmakers:

NounRelated TranslationsOther Translations
Komedianten grappenmakers; komedianten; komieken; paljassen
Schalke grappenmakers; komedianten; komieken; paljassen boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; olijkerds; picaro; schavuit; schavuiten; schelm
Spaßvögel grappenmakers; komedianten; komieken; paljassen lolbroeken; lolmakers; pretmakers

Related Words for "grappenmakers":


grappenmaker:

grappenmaker [de ~ (m)] nomen

  1. de grappenmaker (uilenspiegel; guit; komiek; )
    der Spaßvogel; der Komiker; der Witzbold; der Schelm; der Schalk; der Scherzbold
  2. de grappenmaker (lolbroek; komiek)
    der Spaßvogel; der Witzbold; der Schalk
  3. de grappenmaker (potsenmaker)
    der Schalk

Translation Matrix for grappenmaker:

NounRelated TranslationsOther Translations
Komiker grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel cabaretier; komiek
Schalk grappenmaker; guit; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; potsenmaker; snaak; uilenspiegel achterlijke; boef; deugniet; dommerik; dwaas; fielt; gek; guit; idioot; mallerd; malloot; mispunt; naarling; olijkerd; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; paljas; pias; picaro; rakker; rotzak; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; simpele ziel; smeerlap; smiecht; snaak; snaken; spitsboef; stinkerd; zot; zottin
Schelm grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel bengel; boef; boefje; deugniet; fielt; jongen; kwajongen; mispunt; naarling; ondeugd; picaro; rakker; rekel; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; stinkerd; stouterd; vlegel
Scherzbold grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel deugniet; guit; olijkerd; paljas; rakker; schalk; snaak; stinkerd
Spaßvogel grappenmaker; guit; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel aansteller; achterlijke; dommerik; dwaas; gek; idioot; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler; mallerd; malloot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; pias; simpele ziel; snaken; zot; zottin
Witzbold grappenmaker; guit; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel grapjas; lolbroek

Related Words for "grappenmaker":


Wiktionary Translations for grappenmaker:

grappenmaker
Cross Translation:
FromToVia
grappenmaker Spaßmacher; Spötter goguenardmoqueur, railleur.