Dutch

Detailed Translations for handelsman from Dutch to German

handelsman:

handelsman [de ~ (m)] nomen

  1. de handelsman (zelfstandig ondernemer; ondernemer)
    der Unternehmer; der selbständige Unternehmer; der Händler; der Handelsmann
  2. de handelsman (handelaar; koopman)
    der Händler; der Kaufmann; der Handelsmann; der Geschäftsmann; der Straßenhändler; der Geschäftsinhaber; die Handelsmänner; der Gewerbetreibende; der Unternehmer; die Geschäftsmänner

Translation Matrix for handelsman:

NounRelated TranslationsOther Translations
Geschäftsinhaber handelaar; handelsman; koopman
Geschäftsmann handelaar; handelsman; koopman middenstander; winkelier; zakenman
Geschäftsmänner handelaar; handelsman; koopman
Gewerbetreibende handelaar; handelsman; koopman
Handelsmann handelaar; handelsman; koopman; ondernemer; zelfstandig ondernemer marskramer; venter; zakenman
Handelsmänner handelaar; handelsman; koopman
Händler handelaar; handelsman; koopman; ondernemer; zelfstandig ondernemer handelaar; kramer; leverancier; marktkoopman; marskramer; venter; zakenman
Kaufmann handelaar; handelsman; koopman marskramer; venter
Straßenhändler handelaar; handelsman; koopman colporteur; marskramer; scharrelaar; straathandelaar; straathandelaren; straatventer; straatventers; straatverkoper; venter; venters
Unternehmer handelaar; handelsman; koopman; ondernemer; zelfstandig ondernemer exploitant; ondernemer
selbständige Unternehmer handelsman; ondernemer; zelfstandig ondernemer