Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. herdopen:
  2. herdoop:


Dutch

Detailed Translations for herdopen from Dutch to German

herdopen:

herdopen verb (herdoop, herdoopt, herdoopte, herdoopten, herdoopt)

  1. herdopen (omdopen)
    umtaufen
    • umtaufen verb (taufe um, taufst um, tauft um, taufte um, tauftet um, umgetauft)
  2. herdopen (wederdopen)
    wiedertaufen
    • wiedertaufen verb (wiedertaufe, wiedertaufst, wiedertauft, wiedertaufte, wiedertauftet, wiedergetauft)

Conjugations for herdopen:

o.t.t.
  1. herdoop
  2. herdoopt
  3. herdoopt
  4. herdopen
  5. herdopen
  6. herdopen
o.v.t.
  1. herdoopte
  2. herdoopte
  3. herdoopte
  4. herdoopten
  5. herdoopten
  6. herdoopten
v.t.t.
  1. heb herdoopt
  2. hebt herdoopt
  3. heeft herdoopt
  4. hebben herdoopt
  5. hebben herdoopt
  6. hebben herdoopt
v.v.t.
  1. had herdoopt
  2. had herdoopt
  3. had herdoopt
  4. hadden herdoopt
  5. hadden herdoopt
  6. hadden herdoopt
o.t.t.t.
  1. zal herdopen
  2. zult herdopen
  3. zal herdopen
  4. zullen herdopen
  5. zullen herdopen
  6. zullen herdopen
o.v.t.t.
  1. zou herdopen
  2. zou herdopen
  3. zou herdopen
  4. zouden herdopen
  5. zouden herdopen
  6. zouden herdopen
en verder
  1. ben herdoopt
  2. bent herdoopt
  3. is herdoopt
  4. zijn herdoopt
  5. zijn herdoopt
  6. zijn herdoopt
diversen
  1. herdoop!
  2. herdoopt!
  3. herdoopt
  4. herdopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for herdopen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
umtaufen herdopen; omdopen
wiedertaufen herdopen; wederdopen

Related Words for "herdopen":


herdopen form of herdoop:

herdoop [de ~ (m)] nomen

  1. de herdoop (wederdoop)
    die Wiedertaufe

Translation Matrix for herdoop:

NounRelated TranslationsOther Translations
Wiedertaufe herdoop; wederdoop

Related Words for "herdoop":