Verb | Related Translations | Other Translations |
aufziehen
|
hieuwen; hieven; met een spil omhoogwerken
|
aankweken; aanplanten; bouwen; construeren; een snuif nemen; fokken; foppen; genereren; heffen; hijsen; in de maling nemen; insnuiven; krammen; kweken; met een kram vastmaken; omhoog heffen; omhoogkomen; omhoogtrekken; opentrekken; opheffen; opkweken; opsnuiven; opspannen; opstijgen; opvliegen; planten; procreëren; snuiven; spannen; te pakken nemen; telen; verbouwen; voor de gek houden; voortbrengen
|
hissen
|
hieuwen; hieven; met een spil omhoogwerken
|
bouwen; construeren; iets ophalen; omhooghalen; omhoogkomen; omhoogtrekken; opstijgen; opvliegen
|
hochziehen
|
hieuwen; hieven; met een spil omhoogwerken
|
een snuif nemen; heffen; hijsen; iets ophalen; insnuiven; lichten; met een takel ophijsen; naar boven tillen; omhoog brengen; omhoog heffen; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogtrekken; opheffen; ophijsen; opsnuiven; opstijgen; optillen; opvliegen; snuiven; takelen; tillen
|
ziehen
|
hieuwen; hieven; met een spil omhoogwerken
|
aankweken; aanplanten; een snuif nemen; fokken; genereren; iets ophalen; insnuiven; kweken; lenen; ontlenen; opfokken; opkweken; opsnuiven; planten; procreëren; rukken; slepen; sleuren; snuiven; telen; tochten; trekken; verbouwen; voortbrengen
|