Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. iemand overvallen met iets:


Dutch

Detailed Translations for iemand overvallen met iets from Dutch to German

iemand overvallen met iets:

iemand overvallen met iets verb

  1. iemand overvallen met iets (verrassen)
    überfallen; ausrauben
    • überfallen verb (überfalle, überfällst, überfällt, überfiel, überfielt, überfallen)
    • ausrauben verb (raube aus, raubst aus, raubt aus, raubte aus, raubtet aus, ausgeraubt)

Translation Matrix for iemand overvallen met iets:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ausrauben iemand overvallen met iets; verrassen beroven; leegplunderen; plunderen; roven; uitplunderen; uitschudden
überfallen iemand overvallen met iets; verrassen beroven; bevangen; onteren; ontwijden; overrompelen; overvallen; roven

Related Translations for iemand overvallen met iets