Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. inbezitname:


Dutch

Detailed Translations for inbezitname from Dutch to German

inbezitname:

inbezitname [znw.] nomen

  1. inbezitname (inbezitneming)
    die Besatzung; die Einnahme; die Einverleibung; die Besitzergreifung

Translation Matrix for inbezitname:

NounRelated TranslationsOther Translations
Besatzung inbezitname; inbezitneming
Besitzergreifung inbezitname; inbezitneming
Einnahme inbezitname; inbezitneming bemachtiging; binnenkomst; entree; ingekomen bedrag; inkomsten; inkorting; inname; inneming; intocht; intrede
Einverleibung inbezitname; inbezitneming annexatie; inlijving; toe-eigening