Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. indertijd:


Dutch

Detailed Translations for indertijd from Dutch to German

indertijd:

indertijd adv

  1. indertijd (destijds; toentertijd; toen; toenmaals)

Translation Matrix for indertijd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
da destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd aangezien; aldaar; alsdan; daar; daarginds; ginder; ginds; immers; naar; omdat; tzp; vermits; zoals
damalig destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd
damals destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd toen; toendertijd; weleer
ehemalig destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd eermaals; ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere

Synonyms for "indertijd":


Related Definitions for "indertijd":

  1. in die vroegere tijd1
    • indertijd stond er naast de kerk een school1