Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ingaan op:


Dutch

Detailed Translations for ingaan op from Dutch to German

ingaan op:

ingaan op verb (ga in op, gaat in op, ging in op, gingen in op, ingegaan op)

  1. ingaan op (reageren op; erop ingaan)
    reagieren auf; erörtern; durchnehmen; ansprechen
    • erörtern verb (erörtere, erörterst, erörtert, erörterte, erörtertet, erörtert)
    • durchnehmen verb (nehme durch, nimmst durch, nimmt durch, nahm durch, nahmt durch, durchgenommen)
    • ansprechen verb (spreche an, sprichst an, sprich an, sprach an, spracht an, angesprochen)

Conjugations for ingaan op:

o.t.t.
  1. ga in op
  2. gaat in op
  3. gaat in op
  4. gaan in op
  5. gaan in op
  6. gaan in op
o.v.t.
  1. ging in op
  2. ging in op
  3. ging in op
  4. gingen in op
  5. gingen in op
  6. gingen in op
v.t.t.
  1. ben ingegaan op
  2. bent ingegaan op
  3. is ingegaan op
  4. zijn ingegaan op
  5. zijn ingegaan op
  6. zijn ingegaan op
v.v.t.
  1. was ingegaan op
  2. was ingegaan op
  3. was ingegaan op
  4. waren ingegaan op
  5. waren ingegaan op
  6. waren ingegaan op
o.t.t.t.
  1. zal ingaan op
  2. zult ingaan op
  3. zal ingaan op
  4. zullen ingaan op
  5. zullen ingaan op
  6. zullen ingaan op
o.v.t.t.
  1. zou ingaan op
  2. zou ingaan op
  3. zou ingaan op
  4. zouden ingaan op
  5. zouden ingaan op
  6. zouden ingaan op
diversen
  1. ga in op!
  2. gaat in op!
  3. ingegaan op
  4. ingaande op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ingaan op:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ansprechen erop ingaan; ingaan op; reageren op aanroepen; aanschieten; aanspreken; appelleren aan; appelleren aan het gevoel; bediscussiëren; bepraten; bespreken; beïnvloeden; doorpraten; doorspreken; iemand aanspreken; iemand adresseren; iemand toespreken; praaien; praten over; raken; spreken tot iemand; treffen
durchnehmen erop ingaan; ingaan op; reageren op bediscussiëren; bepraten; bespreken; doornemen; doorpraten; doorspreken; onderwerp behandelen; praten over; spreken over
erörtern erop ingaan; ingaan op; reageren op bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; nader verklaren; onderwerp behandelen; ontvouwen; praten over; spreken over; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken
reagieren auf erop ingaan; ingaan op; reageren op

Related Translations for ingaan op