Summary
Dutch to German: more detail...
- interviewen:
-
Wiktionary:
- interviewen → interviewen
- interviewen → interviewen
Dutch
Detailed Translations for interviewt from Dutch to German
interviewen:
-
interviewen (een interview houden)
Conjugations for interviewen:
o.t.t.
- interview
- interviewt
- interviewt
- interviewen
- interviewen
- interviewen
o.v.t.
- interviewde
- interviewde
- interviewde
- interviewden
- interviewden
- interviewden
v.t.t.
- heb geïnterviewd
- hebt geïnterviewd
- heeft geïnterviewd
- hebben geïnterviewd
- hebben geïnterviewd
- hebben geïnterviewd
v.v.t.
- had geïnterviewd
- had geïnterviewd
- had geïnterviewd
- hadden geïnterviewd
- hadden geïnterviewd
- hadden geïnterviewd
o.t.t.t.
- zal interviewen
- zult interviewen
- zal interviewen
- zullen interviewen
- zullen interviewen
- zullen interviewen
o.v.t.t.
- zou interviewen
- zou interviewen
- zou interviewen
- zouden interviewen
- zouden interviewen
- zouden interviewen
en verder
- ben geïnterviewd
- bent geïnterviewd
- is geïnterviewd
- zijn geïnterviewd
- zijn geïnterviewd
- zijn geïnterviewd
diversen
- interview!
- interviewt!
- geïnterviewd
- interviewend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for interviewen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
befragen | een interview houden; interviewen | ondervragen; onderzoeken; overhoren; speuren; uithoren; uitvragen; verhoren; vorsen |
interviewen | een interview houden; interviewen |
Related Words for "interviewen":
Wiktionary Translations for interviewen:
interviewen
Cross Translation:
verb
-
een vraaggesprek met iemand houden
- interviewen → interviewen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interviewen | → interviewen | ↔ interview — to obtain an interview |