Dutch
Detailed Translations for intoetsen from Dutch to German
intoetsen:
Conjugations for intoetsen:
o.t.t.
- toets in
- toetst in
- toetst in
- toetsen in
- toetsen in
- toetsen in
o.v.t.
- toetste in
- toetste in
- toetste in
- toetsten in
- toetsten in
- toetsten in
v.t.t.
- heb ingetoetst
- hebt ingetoetst
- heeft ingetoetst
- hebben ingetoetst
- hebben ingetoetst
- hebben ingetoetst
v.v.t.
- had ingetoetst
- had ingetoetst
- had ingetoetst
- hadden ingetoetst
- hadden ingetoetst
- hadden ingetoetst
o.t.t.t.
- zal intoetsen
- zult intoetsen
- zal intoetsen
- zullen intoetsen
- zullen intoetsen
- zullen intoetsen
o.v.t.t.
- zou intoetsen
- zou intoetsen
- zou intoetsen
- zouden intoetsen
- zouden intoetsen
- zouden intoetsen
en verder
- is ingetoetst
diversen
- toets in!
- toetst in!
- ingetoetst
- intoetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for intoetsen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
eingeben | intikken; intoetsen; intypen | afstemmen; dicteren; geneesmiddel toedienen; geven; inboezemen; influisteren; ingeven; inspireren; instellen; invoeren; souffleren; toedienen; typen; verstrekken |
eintippen | intikken; intoetsen; intypen | afstemmen; instellen |