Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. jaargeld:


Dutch

Detailed Translations for jaargeld from Dutch to German

jaargeld:

jaargeld [het ~] nomen

  1. het jaargeld
    die jährliche Zuwendung; die Rente; die Pension; die Leibrente

Translation Matrix for jaargeld:

NounRelated TranslationsOther Translations
Leibrente jaargeld lijfrente
Pension jaargeld a.o.w.-uitkering; kosthuis; ouderdomspensioen; pensioen; pension
Rente jaargeld a.o.w.-uitkering; ouderdomsuitkering
jährliche Zuwendung jaargeld a.o.w.-uitkering

Related Words for "jaargeld":

  • jaargelden