Dutch
Detailed Translations for kinds from Dutch to German
kinds:
Translation Matrix for kinds:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
kindisch | kinds | als een kind; beuzelachtig; eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; infantiel; kinderachtig; kinderlijk; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; overdreven kinderachtig; simpel; vanzelf; zonder moeite |
kindlich | kinds | infantiel; kinderachtig; kinderlijk; overdreven kinderachtig |
Related Words for "kinds":
kind:
-
het kind (klein meisje; kleuter; kleintje; kleine jongen; klein kind)
-
het kind (zuigeling; baby; kind dat aan de borst is)
-
het kind
Translation Matrix for kind:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Baby | baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling | baby; kindje |
Ding | kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter | artikel; bagatel; ding; dingetje; dreumes; futiliteit; goed; hummel; item; klein kind; kleinigheid; kleintje; kleuter; niemendalletje; object; onbelangrijk iets; peulenschil; peuter; uk; voorwerp; wissewasje; worm; wurm; zaak |
Kind | kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter | dreumes; hummel; klein kind; kleintje; kleuter; peuter; uk; wichtje; worm; wurm |
Säugling | baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling | babytje |
Related Words for "kind":
Related Definitions for "kind":
Wiktionary Translations for kind:
kind
Cross Translation:
noun
-
heranwachsender Mensch, kein Baby mehr, aber noch kein Jugendlicher
-
vertrauliche Anrede
-
Mensch, mit Bezug auf seine familiäre Zugehörigkeit (Beziehung der Abkommenschaft)
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kind | → Kind | ↔ child — a minor |
• kind | → Kind | ↔ child — a female or male child, a daughter or son |
• kind | → Nachkomme; Nachkommin; Sohn; Kind; Tochter; Sprössling | ↔ offspring — singular offspring (male, female or sex unspecified) |