Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. klanken:
  2. klank:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for klanken from Dutch to German

klanken:

klanken [de ~] nomen, plural

  1. de klanken (geluiden)
    die Klangen; die Geräuschen; die Lauten

Translation Matrix for klanken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Geräuschen geluiden; klanken
Klangen geluiden; klanken
Lauten geluiden; klanken

Related Words for "klanken":


klank:

klank [de ~ (m)] nomen

  1. de klank (klankgeluid; toon)
    der Klang; der Laut; der Ton

Translation Matrix for klank:

NounRelated TranslationsOther Translations
Klang klank; klankgeluid; toon muzieknoot; toon
Laut klank; klankgeluid; toon
Ton klank; klankgeluid; toon inleiding; introductie; klei; leem; muzieknoot; proloog; toon; toonhoogte; voorbericht; voorwoord

Related Words for "klank":


Related Definitions for "klank":

  1. manier waarop men een geluid hoort1
    • haar stem had een scherpe klank1

Wiktionary Translations for klank:

klank
noun
  1. in het algemeen wordt hiermee het totaal aan eigenschappen van een geluid aangeduid

Cross Translation:
FromToVia
klank Klang; Schall; Laut sound — sensation perceived by the ear
klank Hall; Klang; Laut; Schall; Ton son — Quelque chose que l’on peut écouter, entendre.