Summary
Dutch
Detailed Translations for kleurend from Dutch to German
kleurend:
Translation Matrix for kleurend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
errötend | blozend; kleurend |
kleuren:
-
kleuren (tinten)
-
kleuren (blozen; gloeien; rood worden)
Conjugations for kleuren:
o.t.t.
- kleur
- kleurt
- kleurt
- kleuren
- kleuren
- kleuren
o.v.t.
- kleurde
- kleurde
- kleurde
- kleurden
- kleurden
- kleurden
v.t.t.
- heb gekleurd
- hebt gekleurd
- heeft gekleurd
- hebben gekleurd
- hebben gekleurd
- hebben gekleurd
v.v.t.
- had gekleurd
- had gekleurd
- had gekleurd
- hadden gekleurd
- hadden gekleurd
- hadden gekleurd
o.t.t.t.
- zal kleuren
- zult kleuren
- zal kleuren
- zullen kleuren
- zullen kleuren
- zullen kleuren
o.v.t.t.
- zou kleuren
- zou kleuren
- zou kleuren
- zouden kleuren
- zouden kleuren
- zouden kleuren
en verder
- ben gekleurd
- bent gekleurd
- is gekleurd
- zijn gekleurd
- zijn gekleurd
- zijn gekleurd
diversen
- kleur!
- kleurt!
- gekleurd
- kleurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kleuren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Farben | kleuren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
erröten | blozen; gloeien; kleuren; rood worden | |
färben | kleuren; tinten | beschilderen; lakken; schilderen; vernissen; verven |
kolorieren | kleuren; tinten | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
erröten | roodaangelopen |
Related Words for "kleuren":
Wiktionary Translations for kleuren:
kleuren
Cross Translation:
verb
-
van kleur voorzien met potloden, stiften, wasko etc.
- kleuren → färben
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kleuren | → färben | ↔ color — give something color |
• kleuren | → ausmalen | ↔ color — draw using crayons |
• kleuren | → erröten | ↔ color — become red through increased blood flow |
• kleuren | → Banner; Fahne; Standarte; Flagge | ↔ drapeau — pièce d’étoffe qu’on attacher à une espèce de lance, de manière qu’elle pouvoir se déployer et flotter au vent, et qui sert à donner un signal, à indiquer un point de ralliement, à distinguer la nation ou le groupement d’individus qui l’[ |
• kleuren | → rot; erröten | ↔ rougir — trans|fr rendre rouge ; peindre ou teindre en rouge. |