Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. lasthebber:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lasthebber from Dutch to German

lasthebber:

lasthebber [de ~ (m)] nomen

  1. de lasthebber (afgevaardigde; gedelegeerde; gemachtigde; gedeputeerde)
    der Repräsentant; der Abgeordnete; der Unterhändler; der Vermittler

Translation Matrix for lasthebber:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abgeordnete afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; kamerlid; plaatsvervanger; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde
Repräsentant afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber
Unterhändler afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber bemiddelaar; intermediair; onderhandelaar; tussenpersoon
Vermittler afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber bemiddelaar; intercedent; intermediair; onderhandelaar; tussenpersoon; uitlegster; verklaarster

Related Words for "lasthebber":

  • lasthebbers

Wiktionary Translations for lasthebber:

lasthebber
noun
  1. jemand, der mit einem Auftrag oder einer Aufgabe betraut ist, sie erledigen soll und den Auftraggeber eventuell dazu vertritt