Dutch

Detailed Translations for list from Dutch to German

list:

list [de ~] nomen

  1. de list (manoeuvre; kunstgreep)
    Manöver; der Trick; der Kniff; der Kunstgriff
  2. de list (sluwe streek; slimheid)
    der Trick; die List; die Spitzfindigkeit; der Kniff; die Pfiffigkeit; die Gerissenheit; die Gewandtheit; die Dreistigkeit; die Schlauheit; die Witzigkeit; die Gewieftheit

Translation Matrix for list:

NounRelated TranslationsOther Translations
Dreistigkeit list; slimheid; sluwe streek brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; vrijpostigheid
Gerissenheit list; slimheid; sluwe streek adremheid; arglist; arglistigheid; bijdehandheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; puntig zijn; puntigheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsheid; spitsvondigheid
Gewandtheit list; slimheid; sluwe streek adremheid; bijdehandheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gezwindheid; handigheid; kneep; kunst; kwiekheid; puntig zijn; puntigheid; rapheid; rapiditeit; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schielijkheid; schranderheid; snedigheid; snelheid; spitsheid; spitsvondigheid; tempo; toer; truc; vaart; vlotheid; vlugheid
Gewieftheit list; slimheid; sluwe streek adremheid; bijdehandheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid
Kniff kunstgreep; list; manoeuvre; slimheid; sluwe streek behendigheid; bluts; deuk; foef; foefje; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; instulping; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; maniertje; toer; truc; trucage
Kunstgriff kunstgreep; list; manoeuvre behendigheid; foef; foefje; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; maniertje; truc
List list; slimheid; sluwe streek bij de pinken zijn
Manöver kunstgreep; list; manoeuvre manoeuvre; schaakzet; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht; zet
Pfiffigkeit list; slimheid; sluwe streek adremheid; bijdehandheid; doortraptheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; intelligentie; listigheid; pienterheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsvondigheid
Schlauheit list; slimheid; sluwe streek adremheid; arglist; arglistigheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; goochemheid; leepheid; linkheid; listigheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsheid; spitsvondigheid; uitgeslapenheid
Spitzfindigkeit list; slimheid; sluwe streek adremheid; bijdehandheid; geraffineerdheid; gevatheid; leepheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid
Trick kunstgreep; list; manoeuvre; slimheid; sluwe streek behendigheid; foef; foefje; gemene streek; greep; handel; handgreep; handigheid; handvat; hendel; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; maniertje; toer; truc; trucage; valsheid; vuile truc
Witzigkeit list; slimheid; sluwe streek adremheid; bijdehandheid; gevatheid; grappigheid; kluchtigheid; koddigheid; snaaksheid; snedigheid; vermakelijkheid

Related Words for "list":

  • listen

Wiktionary Translations for list:

list
noun
  1. een oplossing voor een probleem waardoor tegenstrevers worden verrast
  2. vermogen om een oplossing die tegenstrevers verrast, te bedenken

External Machine Translations:

Related Translations for list