Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate muilen

Translate muilen from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

muilen:
- Schnäbel; Schlünde
muil:
- Schnauze; Mund; Klappe; Fresse; Schnabel; Pantoffel; Schlapfen; Hausschuh
Wiktionary:
- muil → Maul
- muil → Schnauze, Mund, Mündlein, Maul, Rachen, Schlund, Abgrund, Tiefe

Dutch

Detailed Translations for muilen from Dutch to German

muilen:

muilen [de ~] nomen, plural

de muilen (bekken)
der Schnäbel; der Schlünde
- Schnäbel [der ~] nomen
- Schlünde [der ~] nomen

Translation Matrix for muilen:

Noun	Related Translations	Other Translations
Schlünde	bekken; muilen	bergkloven; kloven; spleten
Schnäbel	bekken; muilen	klepels; mondstukken van tabakspijpen; snavels; snebben; vogelbekken

Related Words for "muilen":

muil

muilen form of muil:

muil [de ~ (m)] nomen

de muil (bek; smoel; waffel; smoelwerk)
die Schnauze; die Mund; die Klappe; die Fresse; der Schnabel
- Schnauze [die ~] nomen
- Mund [die ~] nomen
- Klappe [die ~] nomen
- Fresse [die ~] nomen
- Schnabel [der ~] nomen
de muil (huisschoen; pantoffel; slof)
der Pantoffel; die Schlapfen; der Hausschuh
- Pantoffel [der ~] nomen
- Schlapfen [die ~] nomen
- Hausschuh [der ~] nomen

Translation Matrix for muil:

Noun	Related Translations	Other Translations
Fresse	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel
Hausschuh	huisschoen; muil; pantoffel; slof
Klappe	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel	flap; kinderspeeltje; rammelaar; ratel
Mund	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel	mond
Pantoffel	huisschoen; muil; pantoffel; slof
Schlapfen	huisschoen; muil; pantoffel; slof
Schnabel	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel	mondstukken van tabakspijpen; snavel; tuit; vogelbek
Schnauze	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel	grote bek; grote mond; snufferd; tuit

Related Words for "muil":

muilen, muiltje, muiltjes

Wiktionary Translations for muil:

muil

noun

Körperöffnung bei Tieren, durch die Nahrung aufgenommen wird
- Maul → snuit; muil

Cross Translation:

From	To	Via
• muil	→ Schnauze	↔ gob — slang: mouth
• muil	→ Mund; Mündlein; Maul	↔ mouth — the opening of an animal through which food is ingested
• muil	→ Rachen; Schlund; Abgrund; Tiefe	↔ gouffre — cavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.
• muil	→ Rachen; Schlund	↔ gueule — bouche chez les animaux carnassiers, chez certains poissons et certains gros reptiles.