Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ongezelligheid:
  2. ongezellig:


Dutch

Detailed Translations for ongezelligheid from Dutch to German

ongezelligheid:

ongezelligheid [de ~ (v)] nomen

  1. de ongezelligheid (kilte)
    die Kühle; die Frostigkeit; die Kühlheit; die Ungeselligkeit

Translation Matrix for ongezelligheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Frostigkeit kilte; ongezelligheid
Kühle kilte; ongezelligheid afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude
Kühlheit kilte; ongezelligheid frisheid; kilheid; koelheid; koelte; kou; koude
Ungeselligkeit kilte; ongezelligheid

Related Words for "ongezelligheid":


ongezelligheid form of ongezellig:


Translation Matrix for ongezellig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
nicht gemütlich onbehaaglijk; ongezellig
ungemutlich onbehaaglijk; ongezellig

Related Words for "ongezellig":