Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. oplosbaarheid:
  2. oplosbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oplosbaarheid from Dutch to German

oplosbaarheid:

oplosbaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de oplosbaarheid
    die Auflösbarkeit; die Lösbarkeit; die Löslichkeit

Translation Matrix for oplosbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Auflösbarkeit oplosbaarheid ontbindbaarheid
Lösbarkeit oplosbaarheid
Löslichkeit oplosbaarheid

Related Words for "oplosbaarheid":


oplosbaar:

oplosbaar adj

  1. oplosbaar (ontbindbaar)

Translation Matrix for oplosbaar:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
auflösbar ontbindbaar; oplosbaar
lösbar ontbindbaar; oplosbaar
löslich ontbindbaar; oplosbaar

Related Words for "oplosbaar":


Wiktionary Translations for oplosbaar:

oplosbaar
adjective
  1. het vermogen bezittend opgelost te worden
  2. scheikunde: het vermogen bezittend in oplossing te gaan