Summary
Dutch to German: more detail...
- overkomen:
-
Wiktionary:
- overkomen → ankommen
- overkomen → Erfolg haben, gelingen, bestehen, geschehen, passieren, sich ereignen, stattfinden, vorkommen, hingeraten, ankommen, eintreffen, gelangen, zukommen, herzukommen, scheinen, aussehen, erscheinen, zum Vorschein kommen, sich zeigen, auftauchen, zutage treten, an den Tag kommen, ans Licht kommen, als … dastehen
Dutch
Detailed Translations for overkomen from Dutch to German
overkomen:
-
overkomen (overvallen)
-
overkomen
Conjugations for overkomen:
o.t.t.
- overkom
- overkomt
- overkomt
- overkomen
- overkomen
- overkomen
o.v.t.
- overkwam
- overkwam
- overkwam
- overkwamen
- overkwamen
- overkwamen
v.t.t.
- ben overkomen
- bent overkomen
- is overkomen
- zijn overkomen
- zijn overkomen
- zijn overkomen
v.v.t.
- was overkomen
- was overkomen
- was overkomen
- waren overkomen
- waren overkomen
- waren overkomen
o.t.t.t.
- zal overkomen
- zult overkomen
- zal overkomen
- zullen overkomen
- zullen overkomen
- zullen overkomen
o.v.t.t.
- zou overkomen
- zou overkomen
- zou overkomen
- zouden overkomen
- zouden overkomen
- zouden overkomen
en verder
- heb overkomen
- hebt overkomen
- heeft overkomen
- hebben overkomen
- hebben overkomen
- hebben overkomen
diversen
- overkom!
- overkomt!
- overkomen
- overkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overkomen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
geschehen | overkomen | gebeuren; geschieden; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; voordoen; voorvallen |
passieren | overkomen | gebeuren; geschieden; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; voordoen; voorkomen; voorvallen; zich voordoen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
geschehen | overkomen; overvallen | |
passiert | overkomen; overvallen | voorgevallen |
zugestoßen | overkomen; overvallen |
Related Words for "overkomen":
Wiktionary Translations for overkomen:
overkomen
Cross Translation:
verb
-
andere kant bereiken
- overkomen → ankommen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overkomen | → Erfolg haben; gelingen; bestehen; geschehen; passieren; sich ereignen; stattfinden; vorkommen; hingeraten; ankommen; eintreffen; gelangen; zukommen; herzukommen | ↔ arriver — parvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur. |
• overkomen | → scheinen; aussehen; erscheinen; zum Vorschein kommen; sich zeigen; auftauchen; zutage treten; an den Tag kommen; ans Licht kommen; als … dastehen | ↔ paraître — exposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester. |
• overkomen | → scheinen | ↔ sembler — avoir l’air, l’apparence |