Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. overtroeven:


Dutch

Detailed Translations for overtroeven from Dutch to German

overtroeven:

overtroeven verb (overtroef, overtroeft, overtroefde, overtroefden, overtroefd)

  1. overtroeven (aftroeven)
    übertrumpfen; abtrumpfen
    • übertrumpfen verb (übertrumpfe, übertrumpfst, übertrumpft, übertrumpfte, übertrumpftet, übertrumpft)
    • abtrumpfen verb (trumpfe ab, trumpfst ab, trumpft ab, trumpfte ab, trumpftet ab, abgetrumpft)

Conjugations for overtroeven:

o.t.t.
  1. overtroef
  2. overtroeft
  3. overtroeft
  4. overtroeven
  5. overtroeven
  6. overtroeven
o.v.t.
  1. overtroefde
  2. overtroefde
  3. overtroefde
  4. overtroefden
  5. overtroefden
  6. overtroefden
v.t.t.
  1. heb overtroefd
  2. hebt overtroefd
  3. heeft overtroefd
  4. hebben overtroefd
  5. hebben overtroefd
  6. hebben overtroefd
v.v.t.
  1. had overtroefd
  2. had overtroefd
  3. had overtroefd
  4. hadden overtroefd
  5. hadden overtroefd
  6. hadden overtroefd
o.t.t.t.
  1. zal overtroeven
  2. zult overtroeven
  3. zal overtroeven
  4. zullen overtroeven
  5. zullen overtroeven
  6. zullen overtroeven
o.v.t.t.
  1. zou overtroeven
  2. zou overtroeven
  3. zou overtroeven
  4. zouden overtroeven
  5. zouden overtroeven
  6. zouden overtroeven
en verder
  1. ben overtroefd
  2. bent overtroefd
  3. is overtroefd
  4. zijn overtroefd
  5. zijn overtroefd
  6. zijn overtroefd
diversen
  1. overtroef!
  2. overtroeft!
  3. overtroefd
  4. overtroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overtroeven [znw.] nomen

  1. overtroeven (aftroeven)
    Abtrumpfen

Translation Matrix for overtroeven:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abtrumpfen aftroeven; overtroeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
abtrumpfen aftroeven; overtroeven
übertrumpfen aftroeven; overtroeven