Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. overwinnaars:
  2. overwinnaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overwinnaars from Dutch to German

overwinnaars:

overwinnaars [de ~] nomen, plural

  1. de overwinnaars
    der Sieger

Translation Matrix for overwinnaars:

NounRelated TranslationsOther Translations
Sieger overwinnaars overwinnaar; triomfator; veroveraar; winnaar; winnaars

Related Words for "overwinnaars":


overwinnaars form of overwinnaar:

overwinnaar [de ~ (m)] nomen

  1. de overwinnaar (triomfator)
    der Sieger; der Triumphator; der Gewinner; der Eroberer

Translation Matrix for overwinnaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
Eroberer overwinnaar; triomfator veroveraar
Gewinner overwinnaar; triomfator winnaar
Sieger overwinnaar; triomfator overwinnaars; veroveraar; winnaar; winnaars
Triumphator overwinnaar; triomfator veroveraar

Related Words for "overwinnaar":


Wiktionary Translations for overwinnaar:


Cross Translation:
FromToVia
overwinnaar Bezwinger conqueror — someone who conquers

External Machine Translations: