Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. piraat:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for piraat from Dutch to German

piraat:

piraat [de ~ (m)] nomen

  1. de piraat (zeerover; kaper)
    der Seeräuber; der Kaper; der Glücksritter; der Korsar; der Geiselnehmer

Translation Matrix for piraat:

NounRelated TranslationsOther Translations
Geiselnehmer kaper; piraat; zeerover gijzelaar; gijzelhouder; gijzelnemer; kidnapper; ontvoerder
Glücksritter kaper; piraat; zeerover avonturier; fortuinzoeker; gelukzoeker
Kaper kaper; piraat; zeerover kidnapper; ontvoerder
Korsar kaper; piraat; zeerover kidnapper; ontvoerder
Seeräuber kaper; piraat; zeerover piraten; zeerovers

Related Words for "piraat":


Wiktionary Translations for piraat:

piraat
noun
  1. iemand die op zee schepen kaapt
piraat
  1. Räuber, der Schiffe oder Flugzeuge überfällt

Cross Translation:
FromToVia
piraat Pirat; Seeräuber; Korsar pirate — one who plunders at sea
piraat Pirat; Raubkopierer pirate — one who reproduces copyrighted works for distribution
piraat Pirat; Seeräuber; Korsar pirate — Brigand des mers