Dutch

Detailed Translations for regelmatigheid from Dutch to German

regelmatigheid:

regelmatigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de regelmatigheid
    die Regelmäßigkeit

Translation Matrix for regelmatigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Regelmäßigkeit regelmatigheid gelijkheid; gelijkmatigheid; orde; regelmaat

Related Words for "regelmatigheid":


Wiktionary Translations for regelmatigheid:

regelmatigheid
noun
  1. Het volgen van vaste regels

regelmatigheid form of regelmatig:


Translation Matrix for regelmatig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
schwer groots; grootschalig; reuze
AdverbRelated TranslationsOther Translations
viel heel veel; veel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
durchgehend geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier aanhoudend; altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; in verband met; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
durchweg geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier
frequent dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
gewohnt geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier bekend; gewend; gewoon; vertrouwd
gewöhnlich geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier algemeen; alledaags; courant; doorgaans; eenvoudig; futiel; gangbaar; gebruikelijk; gemeenlijk; gewoon; gewoonlijk; gewoontegetrouw; grof; in een handomdraai; licht; lichtwegend; meestal; merendeels; moeiteloos; natuurlijk; niets bijzonders; nietsbetekenend; nietszeggend; normaal; normaliter; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; ongekunsteld; ordinair; over het algemeen; plat; platvloers; triviaal; vanzelf; vulgair; weinigzeggend; zonder moeite; zonder pretenties
gleichmäßig dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met vast ritme; regelmatig; vaak; veelvuldig bestendig; constant; gelijkelijk; geordend; gerangschikt; lijkend; opgeruimd; ordelijk
haufenweise dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig hoopsgewijs; in grote mate; stapelsgewijs
hoch dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig enorm; gaaf; gigantisch; hoog; hooggelegen; immens; in zeer hoge mate; mieters; reusachtig; schitterend; tof
häufig dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
in einem festen Rythmus geregeld; met vast ritme; regelmatig
mehrfach dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig herhaaldelijk; meermaals; telkens; veelvuldig
mehrmals dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
normal geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier
oft regelmatig; vaak
regelmäßig dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met regelmaat; met vast ritme; op vaste tijden; regelmatig; regulier; vaak; veelvuldig bestendig; constant; gerangschikt; opgeruimd; ordelijk
reglär geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier
regulär geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier
schwer dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig aanmerkelijk; aanzienlijk; afgezaagd; agressief; beduidend; behoorlijk; beklemmend; delicaat; ellendig; enorm; flink; fors; geducht; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hachelijk; hinderlijk; in hoge mate; knellend; kritiek; langdraadig; langwijlig; lastig; lomp; machtig; massief; melig; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; naar; netelig; niet hol; nijpend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; penibel; precair; rot; ruw; saai; slecht verteerbaar; smartelijk; storend; vervelend; zwaar
stark dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig agressief; breed; dapper; dik; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; mieters; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; potig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
ständig geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier aldoor; almaar; altijd; blijvend; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; gedurig; gelijkmatig; gestaag; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; steeds; steevast; telkens; voortdurend
turnusmäßig dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig bestendig; constant; volgens rooster
viel dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig een hoop; veel
wiederholt dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig bestendig; constant; gelijkmatig; gestaag; herhaald; herhaaldelijk; meermaals; telkens; veel; veelvuldig

Related Words for "regelmatig":

  • regelmatigheid, regelmatiger, regelmatigere, regelmatigst, regelmatigste, regelmatige

Related Definitions for "regelmatig":

  1. met alles op de juiste plaats1
    • een regelmatig gebit1
  2. met vaste tijdsduur ertussen1
    • ik zoek mijn ouders regelmatig op1

Wiktionary Translations for regelmatig:

regelmatig
adjective
  1. aan een bepaalde regel gehoorzamend
adverb
  1. op gezette tijden
regelmatig
adjective
  1. in festen örtlichen oder zeitlichen Abständen wiederholen

Cross Translation:
FromToVia
regelmatig regulär; regelmäßig regular — with constant frequency
regelmatig regelmäßig regular — grammar
regelmatig akkurat; genau; sorgfältig; ordentlich; pünktlich; richtig; exakt; präzis régulier — Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme.

External Machine Translations: