Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. regent:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for regent from Dutch to German

regent:

regent [de ~ (m)] nomen

  1. de regent (landvoogd; gouverneur; rijksbestuurder; stadhouder)
    der Gouverneur; der Statthalter; der Landvogt

Translation Matrix for regent:

NounRelated TranslationsOther Translations
Gouverneur gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder plaatsbekleder; stadhouder
Landvogt gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
Statthalter gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder plaatsbekleder; stadhouder

Related Words for "regent":

  • regenten

Wiktionary Translations for regent:


Cross Translation:
FromToVia
regent Regent; Regentin regent — one who rules in place of the monarch