Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. rijkdom:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rijkdom from Dutch to German

rijkdom:

rijkdom [de ~ (m)] nomen

  1. de rijkdom
    der Reichtum

Translation Matrix for rijkdom:

NounRelated TranslationsOther Translations
Reichtum rijkdom geldelijk vermogen; luxe; overvloed; pracht; rijkheid; vermogen; weelde; weelderigheid

Related Words for "rijkdom":

  • rijkdommen

Wiktionary Translations for rijkdom:

rijkdom
noun
  1. het bezitten van veel geld en goud

Cross Translation:
FromToVia
rijkdom Reichtum; Vermögen wealth — riches; valuable material possessions
rijkdom Fülle wealth — a great amount; an abundance or plenty, usually of money
rijkdom Fügung; Geschick; Los; Schicksal; Verhängnis; Reichtum fortunehasard, chance.
rijkdom Reichtum richesseopulence, abondance de biens.

External Machine Translations:

Related Translations for rijkdom