Dutch

Detailed Translations for roesten from Dutch to German

roesten:

roesten verb

  1. roesten (door roest ingevreten worden; verroesten; inroesten)
    verrosten; rosten; einrosten
    • verrosten verb (verroste, verrostst, verrostet, verrostete, verrostetet, verrostet)
    • rosten verb (roste, rostst, rostt, rostte, rosttet, gerostet)
    • einrosten verb (roste ein, rostest ein, rostet ein, rostete ein, rostetet ein, eingerostet)

Translation Matrix for roesten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einrosten door roest ingevreten worden; inroesten; roesten; verroesten
rosten door roest ingevreten worden; inroesten; roesten; verroesten
verrosten door roest ingevreten worden; inroesten; roesten; verroesten

Related Words for "roesten":


Wiktionary Translations for roesten:

roesten
verb
  1. het langzaam oxideren van ijzerhoudende materialen
  2. door roest vast gaan zitten
  3. (kippen) op stok zitten
  4. (biologie) het in groepen doorbrengen van de nacht van vliegend wild

Cross Translation:
FromToVia
roesten zerfressen; rosten; korrodieren corrode — to eat away
roesten verrosten; rosten rust — to oxidise
roesten aufholzen; aufbaumen roesten(biologie) het in groepen doorbrengen van de nacht van vliegend wild
roesten auf der Stange sitzen roesten(kippen) op stok zitten
roesten einrosten roesten — door roest vast gaan zitten
roesten rosten; verrosten roesten — het langzaam oxideren van ijzerhoudende materialen

roest:

roest [de ~ (m)] nomen

  1. de roest
    der Rost; Eisenoxid

Translation Matrix for roest:

NounRelated TranslationsOther Translations
Eisenoxid roest ijzeroxide
Rost roest braadrooster; ijzeroxide; roestigheid; rooster

Related Words for "roest":


Wiktionary Translations for roest:


Cross Translation:
FromToVia
roest Rost rust — result of oxidation