Summary
Dutch
Detailed Translations for roosterend from Dutch to German
roosteren:
Conjugations for roosteren:
o.t.t.
- rooster
- roostert
- roostert
- roosteren
- roosteren
- roosteren
o.v.t.
- roosterde
- roosterde
- roosterde
- roosterden
- roosterden
- roosterden
v.t.t.
- heb geroosterd
- hebt geroosterd
- heeft geroosterd
- hebben geroosterd
- hebben geroosterd
- hebben geroosterd
v.v.t.
- had geroosterd
- had geroosterd
- had geroosterd
- hadden geroosterd
- hadden geroosterd
- hadden geroosterd
o.t.t.t.
- zal roosteren
- zult roosteren
- zal roosteren
- zullen roosteren
- zullen roosteren
- zullen roosteren
o.v.t.t.
- zou roosteren
- zou roosteren
- zou roosteren
- zouden roosteren
- zouden roosteren
- zouden roosteren
en verder
- is geroosterd
- zijn geroosterd
diversen
- rooster!
- roostert!
- geroosterd
- roosterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for roosteren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
grillen | barbecuen; grillen; grilleren; roosteren |
Related Words for "roosteren":
Wiktionary Translations for roosteren:
roosteren
Cross Translation:
verb
-
in de gloed van een vuur of andere warmtebron gaar laten worden
- roosteren → rösten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• roosteren | → braten | ↔ roast — to cook food by heating in an oven or fire |
• roosteren | → rösten | ↔ roast — to process by drying trough heat-exposure |
• roosteren | → toasten; rösten | ↔ toast — to lightly cook in a kitchen appliance |
• roosteren | → braten; rösten | ↔ griller — supplicier par le feu. |
• roosteren | → braten; rösten | ↔ rôtir — Faire cuire de la viande à un feu vif, de manière que le dessus soit croustillant et que l’intérieur reste tendre. |