Summary
Dutch to German: more detail...
- scheefheid:
- scheef:
-
Wiktionary:
- scheef → schief, einseitig, schräg, windschief
Dutch
Detailed Translations for scheefheid from Dutch to German
scheefheid:
-
de scheefheid (scheefte; schuinheid; schuinte)
Translation Matrix for scheefheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Schiefe | scheefheid; scheefte; schuinheid; schuinte | |
Schiefheit | scheefheid; scheefte; schuinheid; schuinte |
Related Words for "scheefheid":
scheefheid form of scheef:
-
scheef (schuin; dwars)
-
scheef (asymmetrisch)
Translation Matrix for scheef:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Neigung | asymmetrisch; scheef | aard; buiging; declinatie; geaardheid; geneigdheid; gezindheid; glooiing; glooiingshoek; hang; inborst; inclinatie; karakter; keuze; mode; neiging; nijging; smaak; tendens; tendentie; trend; voorkeur; voorliefde |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Scherung | asymmetrisch; scheef | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
schief | dwars; scheef; schuin | aflopend; faliekant; finaal; flauw hellend; glooiend; hartstikke; helemaal; hellend; niet echt; ongepast; onkies; onvertogen; schuin aflopend; steil; vals; verkeerd; vierkant; volstrekt |