Dutch

Detailed Translations for schepper from Dutch to German

schepper:

schepper [de ~ (m)] nomen

  1. de schepper (aker; schepemmer)
    die Wasserkanne
  2. de schepper (maker; auteur; voortbrenger)
    der Autor; der Hersteller; der Schöpfer; der Urheber; der Entwerfer; der Erzeuger; der Gestalter; der Erbauer
  3. de schepper (creator; maker)
    der Autor; der Entwerfer; der Gestalter; der Erbauer; der Gott; der Schöpfer; der Komponist
  4. de schepper (God; Here)
    der Schöpfer

Translation Matrix for schepper:

NounRelated TranslationsOther Translations
Autor auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger auteur; auteurs; dichter; schrijver; schrijvers
Entwerfer auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger artdirector; designer; ontwerper
Erbauer auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger
Erzeuger auteur; maker; schepper; voortbrenger fabrikant; generator; kweker; ontwikkelaar; producent; producer; teler; vervaardiger; verwekker
Gestalter auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger
Gott creator; maker; schepper Almachtige; God; Schepper; afgodsbeeld; god; heer; opperwezen
Hersteller auteur; maker; schepper; voortbrenger fabrikant; producent; producer; samensteller; vervaardiger
Komponist creator; maker; schepper componist; toondichter; toonkunstenaar
Schöpfer God; Here; auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger lepel; makers; opscheplepel; opscheplepels; scheppers
Urheber auteur; maker; schepper; voortbrenger aanstichter; grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter
Wasserkanne aker; schepemmer; schepper lampetkan; lampetkom

Related Words for "schepper":


Wiktionary Translations for schepper:


Cross Translation:
FromToVia
schepper Weltschöpfer; Schöpfergott; Schöpfer creator — the deity that created the world