Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. serpenten:
  2. serpent:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for serpenten from Dutch to German

serpenten:

serpenten [de ~] nomen, plural

  1. de serpenten (slangen)
    die Schlangentierkunde; die Reptilienkunde

Translation Matrix for serpenten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Reptilienkunde serpenten; slangen
Schlangentierkunde serpenten; slangen

Related Words for "serpenten":


serpent:

serpent [het ~] nomen

  1. het serpent (slang)
    die Schlange; der Slang; Luder; Aas

Translation Matrix for serpent:

NounRelated TranslationsOther Translations
Aas serpent; slang aas; ellendeling; kadaver; klier; kreng; lijk; lokaas; lokmiddel; mispunt; schoft; schurk; smeerlap; stuk ongeluk; troel; troela; trut; vervelend kreng
Luder serpent; slang ellendeling; feeks; haaibaai; heks; helleveeg; klier; kreng; loeder; mispunt; schoft; schurk; smeerlap; stuk ongeluk; teef; troel; troela; trut; vals wicht; vervelend kreng; viswijf
Schlange serpent; slang colonne; ellendeling; feeks; file; gelid; haaibaai; heks; helleveeg; klier; kreng; loeder; mispunt; rij; rijtje; schoft; schurk; smeerlap; stuk ongeluk; teef; troel; troela; trut; vals wicht; veldslang; vervelend kreng; viswijf; waterserpent; waterslang
Slang serpent; slang jargon; terminologie; vaktaal

Related Words for "serpent":


Wiktionary Translations for serpent:

serpent
noun
  1. een slang

Cross Translation:
FromToVia
serpent Schlange serpent — snake
serpent Schlange; Wurm snake — legless reptile
serpent Schlange serpentreptile apode ovipare (rarement ovovivipare).

External Machine Translations: