Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. showbinken:
  2. showbink:


Dutch

Detailed Translations for showbinken from Dutch to German

showbinken:


showbinken form of showbink:

showbink [de ~ (m)] nomen

  1. de showbink (praalhans)
    der gauner; der Protz; der Wichtigtuer; der Prahlhans

Translation Matrix for showbink:

NounRelated TranslationsOther Translations
Prahlhans praalhans; showbink een vreemde snuiter; snoeshaan
Protz praalhans; showbink patser
Wichtigtuer praalhans; showbink bluffer; bluffers; dikdoener; dikdoeners; druktemaker; herrieschopper; levenmaker; opschepper; opscheppers; opsnijder; opsnijders; patser; pocher; pochers; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder
gauner praalhans; showbink

Related Words for "showbink":


External Machine Translations: