Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. sjacheraars:
  2. sjacheraar:


Dutch

Detailed Translations for sjacheraars from Dutch to German

sjacheraars:

sjacheraars [de ~] nomen, plural

  1. de sjacheraars
    der Schacherer

Translation Matrix for sjacheraars:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schacherer sjacheraars bietser; gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; louche handelaar; schraper; sjacheraar; vrek

Related Words for "sjacheraars":


sjacheraars form of sjacheraar:

sjacheraar [de ~ (m)] nomen

  1. de sjacheraar (louche handelaar)
    der Pfennigfuchser; der Knauser; der Frager; der Schacherer

Translation Matrix for sjacheraar:

NounRelated TranslationsOther Translations
Frager louche handelaar; sjacheraar bietser; interpellant; vraagsteller; vragensteller; vrager
Knauser louche handelaar; sjacheraar gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraper; vrek
Pfennigfuchser louche handelaar; sjacheraar gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraper; vrek
Schacherer louche handelaar; sjacheraar bietser; gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraper; sjacheraars; vrek

Related Words for "sjacheraar":