Dutch

Detailed Translations for slaag from Dutch to German

slaag:

slaag [znw.] nomen

  1. slaag (aframmeling; pak rammel)
    der Prügel

Translation Matrix for slaag:

NounRelated TranslationsOther Translations
Prügel aframmeling; pak rammel; slaag rammel

Related Words for "slaag":

  • slaags

Related Definitions for "slaag":

  1. klappen1
    • ik kreeg slaag als ik te laat thuiskwam1

Wiktionary Translations for slaag:

slaag
noun
  1. het uitdelen of ontvangen van klappen

slagen:

slagen [het ~] nomen

  1. het slagen (lukken; gelukken)
    Gelingen; Erzielen; der Erfolg

slagen verb (slaag, slaagt, slaagde, slaagden, geslaagd)

  1. slagen (succes hebben)

Conjugations for slagen:

o.t.t.
  1. slaag
  2. slaagt
  3. slaagt
  4. slagen
  5. slagen
  6. slagen
o.v.t.
  1. slaagde
  2. slaagde
  3. slaagde
  4. slaagden
  5. slaagden
  6. slaagden
v.t.t.
  1. ben geslaagd
  2. bent geslaagd
  3. is geslaagd
  4. zijn geslaagd
  5. zijn geslaagd
  6. zijn geslaagd
v.v.t.
  1. was geslaagd
  2. was geslaagd
  3. was geslaagd
  4. waren geslaagd
  5. waren geslaagd
  6. waren geslaagd
o.t.t.t.
  1. zal slagen
  2. zult slagen
  3. zal slagen
  4. zullen slagen
  5. zullen slagen
  6. zullen slagen
o.v.t.t.
  1. zou slagen
  2. zou slagen
  3. zou slagen
  4. zouden slagen
  5. zouden slagen
  6. zouden slagen
diversen
  1. slaag!
  2. slaagt!
  3. geslaagd
  4. slagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for slagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Erfolg gelukken; lukken; slagen bestseller; fortuintje; heil; hit; huiduitslag; mazzel; meevaller; succes; uitslag; voorspoed; voorspoedigheid; welslagen; welzijn; werken; werking
Erzielen gelukken; lukken; slagen
Gelingen gelukken; lukken; slagen mazzel; meevaller; succes; voorspoedigheid; welslagen
VerbRelated TranslationsOther Translations
Erfolg haben slagen; succes hebben
erfolgreich sein slagen; succes hebben

Related Words for "slagen":


Antonyms for "slagen":


Related Definitions for "slagen":

  1. goed lukken1
    • ik hoop maar dat het feest slaagt1
  2. het examen halen1
    • hij is geslaagd voor de havo1
  3. het met succes doen1
    • zij slaagde erin directeur te worden1

Wiktionary Translations for slagen:

slagen
verb
  1. het examen succesvol beëindigen
slagen
  1. etwas zu Ende bringen, bestehen, eine Aufgabe bewältigen
verb
  1. etwas erfolgreich zu Ende bringen

Cross Translation:
FromToVia
slagen Erfolg haben; gelingen; bestehen abouterjoindre (deux choses) bout à bout.
slagen Erfolg haben; gelingen; bestehen; geschehen; passieren; sich ereignen; stattfinden; vorkommen; hingeraten; ankommen; eintreffen; gelangen; zukommen; herzukommen arriverparvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur.
slagen gelangen; anlangen; erreichen; ankommen parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
slagen Erfolg haben; gelingen; bestehen réussir — Avoir une bonne ou une mauvaise issue.

External Machine Translations:

Related Translations for slaag