Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate snack

Translate snack from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

snack:
- Schnack; Zwischenmahlzeit; Biß; Bissen

Dutch

Detailed Translations for snack from Dutch to German

snack:

snack [de ~ (m)] nomen

de snack (tussendoortje; hapje)
der Schnack; die Zwischenmahlzeit; der Biß; der Bissen
- Schnack [der ~] nomen
- Zwischenmahlzeit [die ~] nomen
- Biß [der ~] nomen
- Bissen [der ~] nomen

Translation Matrix for snack:

Noun	Related Translations	Other Translations
Bissen	hapje; snack; tussendoortje	hap; hapje; happen; tussendoortje; versnapering
Biß	hapje; snack; tussendoortje	knauw
Schnack	hapje; snack; tussendoortje
Zwischenmahlzeit	hapje; snack; tussendoortje

Related Words for "snack":

snacks

Related Definitions for "snack":

hartig hapje¹
- we kregen allerlei snacks bij de borrel¹

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek