Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. speeltijd:


Dutch

Detailed Translations for speeltijd from Dutch to German

speeltijd:

speeltijd [de ~ (m)] nomen

  1. de speeltijd (tijd bestemd voor spelen)
    die Spielzeit

Translation Matrix for speeltijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
Spielzeit speeltijd; tijd bestemd voor spelen sluitingstermijn; speelduur; speelkwartier; speelseizoen; termijn; tijdlimiet; toneelseizoen; wedstrijdduur

Related Words for "speeltijd":

  • speeltijden