Summary
Dutch to German: more detail...
- spel:
- spellen:
-
Wiktionary:
- spel → Spiel
- spel → Spiel, Aufführung
- spellen → buchstabieren
- spellen → buchstabieren, richtich, schreiben
Dutch
Detailed Translations for spel from Dutch to German
spel:
-
het spel
-
het spel
-
het spel (game)
Translation Matrix for spel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Glücksspiel | spel | Gambling; gegok; geluksspel; gokspel; kansspel |
Spiel | game; spel | Game; beurt; concours; match; opvoering; parade; partij; pot; rondje; show; spelletje; staatsie; strijd; vertoning; voorstelling; wedstrijd |
Spielchen | spel | beurt; concours; partij; partijtje; pot; potje; rondje; spelletje; strijd; wedstrijd; wedstrijdje |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Computerspiel | game; spel | |
Glücksspiel | Gambling | |
Videospiel | game; spel |
Related Words for "spel":
Related Definitions for "spel":
Wiktionary Translations for spel:
spel
Cross Translation:
noun
spel
-
een bezigheid ter ontspanning volgens vaste regels met elementen als competitie, behendigheid, inzicht en kans
- spel → Spiel
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spel | → Spiel | ↔ game — translations to be checked |
• spel | → Spiel | ↔ game — to defeat the rules in order to obtain a result |
• spel | → Spiel | ↔ play — playful activity |
• spel | → Spiel; Aufführung | ↔ jeu — Divertissement, activité ludique |
spellen:
-
spellen (de letters van een woord opnoemen)
buchstabieren-
buchstabieren verb (buchstabiere, buchstabierst, buchstabiert, buchstabierte, buchstabiertet, buchstabiert)
-
Conjugations for spellen:
o.t.t.
- spel
- spelt
- spelt
- spellen
- spellen
- spellen
o.v.t.
- spelde
- spelde
- spelde
- spelden
- spelden
- spelden
v.t.t.
- heb gespeld
- hebt gespeld
- heeft gespeld
- hebben gespeld
- hebben gespeld
- hebben gespeld
v.v.t.
- had gespeld
- had gespeld
- had gespeld
- hadden gespeld
- hadden gespeld
- hadden gespeld
o.t.t.t.
- zal spellen
- zult spellen
- zal spellen
- zullen spellen
- zullen spellen
- zullen spellen
o.v.t.t.
- zou spellen
- zou spellen
- zou spellen
- zouden spellen
- zouden spellen
- zouden spellen
en verder
- ben gespeld
- bent gespeld
- is gespeld
- zijn gespeld
- zijn gespeld
- zijn gespeld
diversen
- spel!
- spelt!
- gespeld
- spellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for spellen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
buchstabieren | de letters van een woord opnoemen; spellen |
Related Words for "spellen":
Wiktionary Translations for spellen:
spellen
Cross Translation:
verb
-
letters in de juiste volgorde plaatsen
- spellen → buchstabieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spellen | → buchstabieren; richtich; schreiben | ↔ spell — to write or say the letters that form a word |
• spellen | → buchstabieren | ↔ spell — to compose a word |
• spellen | → buchstabieren | ↔ épeler — Donner l'orthographe d'un mot, lettre par lettre et grouper les lettres par syllabes. |
External Machine Translations: